Europese Privacy Wetgeving 2018
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) wordt per 25 mei 2018 van kracht. Slechts 18 procent van de Nederlanders is op de hoogte van deze nieuwe wet. 80 procent weet dan ook niet hoe zij gebruik moeten maken van de nieuwe privacyrechten. Gewezen op hun nieuwe rechten, zoals het recht op vergetelheid en recht op inzage, wil de helft gebruik maken van deze mogelijkheden.
Dit blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Weten is Willen’ van KPMG. Hiervoor heeft een onderzoeksbureau ruim duizend Nederlanders tussen de vijftien en 75 jaar ondervraagd over verschillende thema’s op het gebied van privacy en over de AVG.
Seksuele voorkeur, etnische achtergrond en geloofsovertuiging wordt door de AVG bestempeld als gevoelige persoonsgegevens. Echter zien Nederlanders dit in mindere mate als gevoelige persoonsgegevens. Zij betitelen creditcardafschriften, het elektronisch patiëntendossier (epd) en informatie over de psychische gezondheid juist als bijzondere persoonsgegevens.
Medische gegevens
Voortbordurend op het epd: 70 procent heeft twijfels over het gebruik van persoonlijke informatie in het elektronisch patiëntendossier (epd). Er zijn meer mensen die niet weten wie er toegang heeft tot hun epd (35 procent) dan mensen die dit wel weten (30 procent). Slechts 30 procent zou het heel erg vinden als zijn of haar epd op straat komt te liggen. De overgrote meerderheid (90 procent) heeft zelfs nog nooit het eigen elektronisch patiëntendossier ingezien.
Maken Nederlanders zich dan zorgen over de privacy van hun medische persoonsgegevens? Daarover zijn de meningen verdeeld. Ongeveer één derde (28 procent) maakt zich hier zorgen over, 30 procent maakt zich geen zorgen en de grootste groep (36 procent) staat neutraal tegenover dit onderwerp. Gevraagd of hun medische gegevens goed beschermd zijn, denkt 44 procent dat hun gegevens veilig zijn bij huisartsen, tegenover 41 procent bij het ziekenhuis.
Veiligheid tegenover privacy
KPMG vroeg ook of veiligheid belangrijker is dan privacy. Bijna de helft (46 procent) is van mening dat de overheid meer bevoegdheden zou moeten krijgen om de criminaliteit terug te dringen, ook als dit ten koste zou gaan van de privacy. 44 procent is het hier niet mee eens: zij willen hun privacy niet opgeven voor uitgebreidere mogelijkheden tot handhaving van criminaliteit.
Bron: KPMG